Lezersreacties

[vc_row][vc_column width=”1/6″][/vc_column][vc_column width=”2/3″][vc_column_text]

Buiten de tijd om, Heribert Korte

Abdelkader Benali, schrijver en tv-presentator:

‘Heribert, ik heb het Maurits gevraagd of je op die avond ook wil komen vertellen over jouw Proust! Heb erg genoten van je boek!’

Ben Philipsen, CRM Program manager at AkzoNobel Decorative Coatings:

‘The book is a thing of beauty. A slow read, worth your while in every way.’

Léonore HeemskerkHead of Partnership and Development Museum Prinsenhof Delft:

‘Ik heb uw boek over Proust en Vermeer gelezen en vond het heel bijzonder. Ik kom uit Frankrijk en werk nu bij Museum Prinsenhof Delft waar Het straatje tijdelijk hangt.’

Toula Liasi, beeldend kunstenaar www.toulaliasi.nl:

‘Hallo Heribert, heb je boek van Ben geleend en ik wil je zeggen dat ik het heel mooi vond! Mooi en duidelijk geschreven, goed verzorgd! Gefeliciteerd!’

Laurien Twaalfhoven-Kehrer, visual artist, orthoptist:

‘Allereerst, wat een prachtige uitgave. Mooi papier, mooie layout. Zo mooi verzorgd. Ik heb het gelezen,
indrukwekkend en boeiend. Het lijkt mij een behoorlijke kluif, ik bedoel het schrijven, wetenschappelijk gezien. Ik meen dat ik het begrepen heb. Alle tekst … Hoe verwerk je de lichtval in een tekst. Prachtig. Ik ben wel erg nieuwsgierig geworden naar Op zoek naar de verloren tijd. Kortom, ik heb er van genoten en denk dat ook te gaan doen van Proust. Dank voor deze eyeopener!’

Co van der Hoek, organisatieadviseur in de zorg, ECCO bureau voor managementservice:

‘Dacht ik eerst dat het boek Buiten de tijd om de vaart van een sneltrein zou halen, getuige het tempo van het voorwoord, al ras kreeg de tekst een, voor mij behapbaar, fraaie cadans en melodie, al moest ik die vaak onderbreken, als niet ingewijde had ik verdomd veel op te zoeken. Ik raakte zo nu en dan zelfs in de ban van de man Proust, zo werd ik bijvoorbeeld nieuwsgierig naar de teksten die de politieke loopbaan van Proust doorkruisten. En ik vond jouw samenvatting van de Dreyfusaffaire heel helder; een prettig, bondige tekst. Ongelooflijk dat die affaire zo’n invloed had en het politieke klimaat in Frankrijk zo in beroering bracht. Ik ken de affaire via Sartre, waar ik eens een notitie over schreef. Hij sprak over de Dreyfusards – als ik mij niet vergis …

Je memoreerde de ‘onvrijwillige herinnering’ afgelopen zaterdag al. Het werd bevestigd in paragraaf 1.3 waar proeven en ruiken je ‘niet intentioneel’ terugbrengen bij een oude(re) ervaring. Ik heb dat – toevalligerwijs met het zelfde idioom – met bakkerijen, zo ook die waar ik nu in NapBookCoversmallels boven woon. Al neemt de intensiviteit van de ervaring af naar mate je er vaker mee wordt geconfronteerd. Ik sta nu niet meer zou gauw in mijn korte broek door het raam van Bakkerij Van der Burg te loeren! Bergson en zijn beweringen over determinisme versus vrijheid, en de ontsnapping eraan, spreken mij aan. Als hij dan ook nog beweert dat handelen zou moeten voortvloeien uit iemands diepste persoonlijkheid, heb je mijn onverdeelde aandacht. Ik ga heel bewust met tijd om, wil tijd ten dienste van mij laten zijn en me niet door tijd laten bepalen. Dat zou inderdaad afbreuk doen aan mijn vrijheid. Als ik het goed begrijp tenminste, want veel besluit je – lees ik – instinctief …

In hoofdstuk 2 spreek je over aanhangers van Proust, die een onafhankelijkheidsverklaring van de schilderkunst zien in impressionistische schilderijen. De schilder ‘kent de waarde toe’ vind ik een magnifieke formulering! Als ik dan de bladzijde omsla en het schilderij ‘Le Portrait, brouillard matinal’ van Monet zie, weet ik wat hij bedoelt. Dat schurkt inderdaad tegen de schoonheid aan, de schoonheid van schilderijen als die ‘waarin de zee van veraf wordt gezien, zonder de detaillering’ – wat prachtig is dat geschreven! Zo ook verderop in dit hoofdstuk naar ik meen, waar je spreekt van laideur ambiante, eh … de omringende lelijkheid omvormen door de schoonheid ervan te onthullen – geweldig om te lezen, waar ik soms zo mee stoei – al wil ik hier geen grote broek aantrekken …

In het volgende hoofdstuk 2.3 Onbekend, komt een bekende voorbij, die ik eerder op tafel had liggen bij sociologie, de graaf van Saint Simon, die volgens mij met wat kompanen verantwoordelijk was voor het Utopisch socialisme … Het Puttertje van Fabritius leerde ik kennen via de fascinatie van Donna Tart voor dit kleine schilderij. Dat Thoré dat ooit gekocht heeft was dan weer een nieuwtje. Heerlijk is het om dat feit toe te voegen aan het geheugen voor weinig ter zake doende feiten! Dan spreek je aan het einde van dit hoofdstuk wat wellicht hèt thema van jouw dissertatie is of zal zijn; de onverschilligheid der regering is niet alleen een feit, maar een beginsel geweest. Hoe goed past dat niet in de traditie van deze Calvinistische natie? De typering van de aanklacht Van der Stuers, Nederland op zijn smalst, is dan ook zo actueel als maar zijn kan. Goed om te weten, al word ik er niet blij van!

In hoofdstuk 3, in 3.1 alweer een nieuw gegeven, de ‘buitentijdelijkheid’ van de kunst, als exclusieve taak van de kunst. Proust maakt het met een fraaie anekdote duidelijk, die maakt dat ik dat nooit meer vergeet! In hoofdstuk 3.3 heeft Weelock jr. vast gelijk, de kleur van het gele vlak is vast aangepast, of het schilderij is vaker schoongemaakt, of moet het nodig gerestaureerd worden?

Beste Heribert, ik vind het een prachtwerk. Je heldere en bondige schrijfstijl is verkwikkend, en de inhoud zeer informatief. Chapeau! Fouten zijn er inderdaad te ontdekken, maar die zijn niet zo storend als je als schrijver wellicht zou vermoeden. Ik zend je mijn hartelijke dank, ben blij dat je me dit kleinood gunde. Ook wens ik je veel succes met je dissertatie.’

[/vc_column_text][/vc_column][vc_column width=”1/6″][/vc_column][/vc_row]